donderdag 31 juli 2008

negen jaar...

noem mij oud, noem mij ouwerwets, noem mij desnoods reactionair, maar als drie kinderen van pakweg zeven, acht en negen jaar oud zich in een vol openbaar vervoermiddel op de laatste drie vrije plaatsen storten en volwassenen cq ouderen daarom moeten blijven staan, krijg ik al de neiging om te gaan meppen.
en als dan de zevenjarige even opstaat en een volwassene eindelijk kan gaan zitten, als die volwassene dan van de negenjarige te horen krijgt dat zijn zusje daar zat en dat die volwassene dan uitlegt dat het gebruikelijk is dat kinderen opstaan voor volwassenen of op z'n minst dat twee kinderen een stoel delen, als dan die negenjarige doodleuk zegt dat het onzin is wat de volwassene hem probeert bij te brengen, waarop de volwassene de negenjarige geirriteerd vraagt wat er mis met hem is en die negenjarige dan ongeremd terugvraagt wat er mis is met de volwassene, dan kan ik me niet langer inhouden.
en dat het dan niet eens een nederlands jongetje is...

maandag 28 juli 2008

wat is eigenlijk een schijtlijster?

een en twintig was ik in 1971. en terwijl een partner A in de dop zich tijdens een vakantie met haar ouders het hof liet maken door Zwitserse Ulli (das Zufall das dich und mich betrifft ist jezt tatsachlich Wahr, zou hij later schrijven achterop een semi-glamoureuze portretfoto van zichzelf), werkte ik tegen het destijds vorstelijke bedrag van 10 DM per uur mee aan de opbouw van het olympies dorp in Munchen. wat toevallig in de buurt van Zwitserland ligt, zodat ik met partner A in de dop had bekokstoofd dat ik best even bij haar langs kon komen op het vakantieadres. waarop zij een komfortabele hooiberg op loopafstand reserveerde waar ik de nachten kon doorbrengen. alleen, want hee, partner A in de dop was daar natuurlijk wel met haar ouders.
om een lang verhaal kort te maken: 's ochtends vroeg werd ik gewekt door het geluid van ijzer op ijzer, als het slijpen van een mes, nee, erger nog, als het slijpen van een zeis. vlak onder mijn hooiberg. langzaam en langdurig. en heel zorgvuldig, dat kon maar een ding betekenen: ze hadden me ontdekt, ik wist het zeker, ze wisten dat ik daar zat op die hooiberg en zo direkt zouden ze met die zeis naar boven komen. gottogottogot, wat een ellende en wat duurde dat slijpen lang, urenlang, uren waarin ik mij niet bewoog, uren waarin mijn keel uitdroogde en mijn hart uit m'n lijf bonsde.
en dat, beste lezer, noemen ze nou een schijtlijster.

vrijdag 25 juli 2008

kultuur!

we zijn dan wel opgegroeid in Amsterdam Oost, we zijn daarom natuurlijk nog niet van de straat. dus bezichtigen wij braaf de niet te vermijden opgravingen waar ooit, met enige verbeelding, imposante Griekse paleizen en tempels moeten hebben gestaan, waarna we weer een beroemde steenhoop van ons lijstje kunnen afvinken.
vanavond slaan we een dubbelslag: in het kleine gerestaureerde theater van Epidavros op een steenworp van onze kampeerplaats treedt de Griekse diva Maria Farantouri op, muze van Mikis Theodorakis, vertolkster van diens Mauthausen Cyclus, stem tegen het kolonelsregime destijds. of zoals een recensent een paar jaar geleden kort beschreef: "Maria Farantouri trad op in Paradiso. op de eerste rij zat opera-ster Cecilia Bartoli. in de zaal werd gehuild."
kleine theater van Epidavros: check!
Maria Farantouri: check!

dinsdag 22 juli 2008

bring in your passport and your smile

"kunt u niet lezen? er staat toch heel duidelijk dat u dáár moet parkeren!". we stonden op het grote lege voorterrein van een mooie camping aan zee met, volgens de gids, een prettige ontvangst. de baas van het spul die ons zo prettig ontving stond naast het Volkscampertje. hij droeg een te korte broek, een heuptasje en sokken in sandalen. ik kan niet zo goed tegen mannen in te korte broeken, met heuptasjes en met sokken in sandalen.
een moment dachten we dan ook aan verder rijden, maar een lonkende lauwe zee won het van het vooruitzicht om weer een uur bij veertig graden de weg op te gaan. ik zuchtte dus, parkeerde gehoorzaam vijftig meter terug en liep met de man mee naar zijn kantoor. bring in your passport and your smile, stond er op de deur.
"only one night? why? is beautiful here!", charmeerde de campingbaas nu. ik glimlachte, omdat het moest. hij wees ons een plaats aan op het half lege terrein. ik informeerde of het restaurant open zou zijn. "yes, yes, always open, seven days a week", en hij beende weg. ik glimlachte, omdat het moest.
de aangewezen plek leek ons bij nader inzien te klein, maar naar de naastgelegen grotere plek verhuizen ging zo maar niet, want daar was ie al weer: "why is no good place i tell you, you only stay one night, you only two persons, these bigger places for more people, longer stay". hij stampvoette maar gedoogde hij ons mopperend toch op een andere plek. wij besloten 's avonds niet in zijn restaurant te eten.
de volgende ochtend bij vertrek kreeg ik de wind pas echt van voren: wat of ik wel niet dacht, wel informeren naar zijn restaurant, maar naar het dorp gaan om te dineren en dan wel doodleuk 's ochtends bij hem brood komen kopen, daar was ie kennelijk goed genoeg voor. only one night! two people! ik betaalde de man zwijgend het kampeertarief en griste mijn glimlach weer mee.

zondag 20 juli 2008

muggenbulden

ik heb het niet zo op muggen. en muggen hebben het ook niet zo op mij. bovendien heb ik partner A bij me die voor prikkende insekten veel aantrekkelijker is en dus de bulk van de prikakties voor me opvangt. totdat ze over haar hele lijf is lek geprikt en vol rijksdaalder grote muggenbulden zit. en als dan ook nog de temperatuur rond de veertig graden schommelt wil er zich nog wel eens een mug vergissen en zich per ongeluk aan míj vergrijpen. per ongeluk, denk ik, want hij/zij kan het zo niet bedoeld hebben, zie hierboven. maar ondertussen zit ik nu dus wel met een jeukende bult ter grootte van een gulden of op z'n minst een kwartje op mijn rechter onderarm. wat eigenlijk best wel zielig is, voor mij.

donderdag 17 juli 2008

brief van hond Z

lieve hansb en partner A,
als ik dit weblog zo lees ben ik er niet rouwig om dat jullie me hebben achtergelaten bij dochter L en dochtervriend J. wat een ellende maken jullie toch weer mee! hoewel ik op mijn beurt wel een beetje tureluurs word van L&J's ongedurigheid, want inmiddels zijn we in dat kleine autootje van ze naar mijn gevoel al drie keer Frankrijk op en neer geweest. op zoek naar mooi weer, zeggen ze. nou ja, ik slaap er gewoon maar wat doorheen, mij zul je d'r verder niet over horen, ik ben niet zo'n klagelijk type.
hoewel: laatst trapte ik toch in een grote doorn! en niemand die het opmerkte, wat ik ook piepte of hoe ik ook mijn achterpoot voor hun gezicht hing. ach gossie, zei L wel, ze hinkt nu wel erg erg met haar rotte poot, maar verder lou loene. uiteindelijk heb ik ze wel naar een dierenarts gejankt, maar die man was zo frans kippig, die zag mijn gezwollen poot wel, maar liet die doorn lekker zitten. ja, een zalfje, een prik, verband en pillen, je kent het wel, de normale franse slag. pas weer een paar dagen later en honderden kilometers verder en met een poot als een olifant heb ik L&J naar een volgende dierenarts kunnen manoevreren. die snee m'n pootgezwel direkt open en haalde er een doorn van twee en een halve centimeter uit. twee en een halve centimeter! vinje het gek dat ik mank liep! enfin, het leed is gelejen en ze toeteren dat ik af moet sluiten. bovendien moet ik nodig weer wat bijslapen.
een natte lik over jullie gezicht, jullie hond Z.

dinsdag 15 juli 2008

een poep en piesverhaal

het Volkscampertje is in principe zelfonderhoudend: met gas om mee te koken en de koelkast mee te koelen, ekstra accu voor de (12 volts) elektra, een smal tweepersoonsbed, een watertank om mee te kunnen wassen en een chemies toiletje om op te plassen. maar hoe poept de vrijstaande Volkskampeur?
neem nou gister, frank en vrij aan de verborgen baai van de kwartels. tien huizen aan een idyllies onverhard pad, op het parkeerplaatsje van een taverna, randje strandje, met fraai vrij zicht op al wat zich afspeelt in een piepklein haventje in het ruigste deel van Griekenland. maar eens komt het moment dat je móet. bij voorkeur als de taverna nog dicht is. je móet, en je móet direkt. en er is maar een enkel pad de berg op. een pad met laag stekelig struikgewas. waar je als je uit het zicht bent van alles en iedereen plots oog in oog staat met een kapelletje. mag je daar dan poepen? en doe je dat dan met je gezicht naar het kapelletje of wend je juist je blote kont richting ingang godshuisje? en het gebruikte papier? laat je dat dan liggen als een vieze witte windvaan, hier is 't, hier heb ik 't gedaan? of stop je het met afgewend gezicht en opgetrokken neus in een meegebracht plestik supermarktzakje om elders in een kontainer te dumpen?
vragen, zo maar wat prangende vragen, maar zeker ook existentiele vragen, vanuit een staat van volledige ontspanning.

zondag 13 juli 2008

de wereld is zo mooi

het zal een jaar geleden zijn geweest dat ik mijn duur kadogekregen zonnebril in het scherpe grind liet vallen en nog even een zetje nagaf, zodat de krassen goed diep in de glazen werden ge-etst. sindsdien kon ik de bril vanwege de relatieve ondoorzichtigheid alleen nog gebruiken langs routes die ik blindelings kon vinden. maar eigenlijk was een zonnebril ook helemaal niet nodig, verkondigde ik, was het een overdreven gadget, vond ik.
en dan is er de griekse zon. de medogenloze van de ochtend tot de avond brandende zon. die ik alleen door middel van knijpen met de ogen kon trotseren. wat weer niet goed was voor mijn lachrimpels. en me aan het eind van elke reisdag bovendien een vermoeid ogende kop opleverde. dus nou heb ik me in Sparta een nieuwe zonnebril aan laten meten, met ietwat gekleurde glazen. en nou is de wereld opeens zo mooi, niet gewoon meer, zo mooi. zodat ik alle mooie plekken die ik tot nog toe in mijn leven heb gezien opnieuw zal moeten bezoeken. om te zien hoe mooi ze in werkelijkheid zijn, met m n nieuwe bril.

vrijdag 11 juli 2008

benzinedopstickertje


jarenlang heb ik rondgebazuind dat het Volkscampertje alleen de duurste benzine blieft. en jarenlang voedde ik het Volkscampertje dan ook met dure superbenzine 98, want alleen op een oktaangehalte van 98 loopt ze lekker, van een gehalte van 95 wordt ze onwel. logies, dacht ik, want het Volkscampertje is al weer 37 jaar oud en toentertijd deden ze nog niet aan die euro 95-fratsen.
en wat lees ik van de week bij de zoveelste keer tanken op een stickertje aan de binnenkant van het klepje bij de benzinedop? minimaal oktaangehalte 91 ron. minimaal 91 als in eenennegentig! nooit gezien dat stickertje. heeft er altijd gezeten. elf jaar te duur getankt. kapitalen de lucht ingeblazen. lucht onnodig vervuild. om niet. nergens voor nodig.
we worden rijk!

woensdag 9 juli 2008

de rapen zijn gaar

effektief is de leefruimte in het Volkscampertje niet meer dan vier vijf vierkante meter. je zit op elkaars lip zogezgd. nou kan ik gelukkig goed met parner A opschieten, maar er sluipen her en der desondanks wel eens wat eh, nou ja, onvolkomenheden in de dagelijkse omgang. die je omwille van de eeuwige liefde vervolgens suikerzoet verpakt. met een: "natuurlijk, schat", bijvoorbeeld, of met een: "nu even niet, lieverd". maar volgens partner A zijn de rapen pas echt gaar als ik een ongetwijfeld irritante opmerking van haar kant beantwoord met: "ja A!" en daarbij dan met opzet alleen de eerste lettergreep van haar voornaam gebruik: "jahaa A!". hels wordt ze dan.
gelukkig is op dat moment even de hele wereld onze buitenruimte.

zondag 6 juli 2008

Pieter

"vijf en en halve week, toe maar", zei Pieter van de wat sjofele camper naast ons. "nee, zelf ben ik de rest van mijn leven op reis, ik moet nu alleen even terug voor een jaarlijkse check up en om te laten zien dat ik nog leef." Pieter had vijf jaar geleden zijn bedrijven en zijn huis verkocht, leefde al vijfentwintig jaar alleen en ging met zijn fortuin de hort op. "ja, van buiten ziet die camper er krakkemikkig uit, maar van binnen is alles high tech, met een quadro installatie die Pink Floyd bij ondergaande zon op een verlaten strand uit de speakers laat denderen."
"en discipline he, elke twee weken de hele camper van binnen schoonmaken, discipline en regelmaat."
"eenzaam? alleen? ik? gek, dat vraagt nou iedereen. ach, het komt gemiddeld vier keer per jaar voor dat ik in een dip zit. maar dan heb ik Nova Zembla paketten voor bij me, vier overlevingspaketten per jaar met daarin een goede film, een goed boek en een plak chocolade. nee, ik red me wel. ja, als ik een paar weken geen mens heb gezien is de eerste natuurlijk wel de lul. maar na een uurtje praten heb ik mijn evenwicht weer terug. had ik je trouwens al verteld over mijn wijnkelder aan boord?"
even later zagen we hem door het raam van zijn camper aan zijn laptop.
hij speelde solitaire.

vrijdag 4 juli 2008

fout in de oorlog

zoon J woont tijdens onze vakantie in het ouderlijk huis en heeft de strikte opdracht regelmatig de tuin te bewateren. daartoe hebben wij de potten met planten strategies in een cirkel van pakweg vijf meter bij elkaar gezet, zodat zoon J alleen af en toe de kraan van de sproeier hoeft open te zetten.
dat er dan echter buren blijken te zijn die een briefje in de brievenbus stoppen met de tekst: "beste buren van nummer zoveel, u heeft de sproeier wel heel erg lang aan laten staan, de buren", gaat mijn verstand te boven.
iemand last van een watersproeier? niet de buren van de naaste tuin, want zover reikt de sproei niet. een bovenbuur dan? vanwege het geluid van licht klaterend water in een zwoele zomernacht? kan ik me niet voorstellen. waterverspilling? nacht en ontij?
en dan dat anonieme in de aanhef en de ondertekening, waaraan nog maar net de toevoeging ontbreekt dat ze het goed met ons menen.
alleen daarom al vrees ik voor een oorlog. landverrajers!

donderdag 3 juli 2008

is everybody happy?


op de keeper beschouwd zitten die blèrende kinderen natuurlijk meer in m’n hoofd dan dat ze er in werkelijkheid zijn. denk ik nu, nu de ontspanning heeft toegeslagen. en er is zo weinig voor nodig: één bootstop slechts te Igoumenitsa, al het gemene volk er uit, ruimte op het camperdek, verhuizen van de vierde rij midscheeps naast de monotoon brommende motoren naar de vrijgekomen grote open patrijspoorten met zicht op zee en een verkoelend briesje op de eerste rij, et voilá, ik ben volmaakt gelukkig.
dat er een heuse ruzie met een matroos aan vooraf ging, hij in het Grieks, ik in het Nederlands, omdat hij niet wilde dat ik uit de slagorde trad, en ik hem beheersd overroelde door te blijven hameren op de toestemming van ‘de chef’, is dan verder niet meer relevant.
jammer dat deze mini-cruise nog maar vier uur duurt...

woensdag 2 juli 2008

het is leuk, echt wel!


als je het wel beschouwd is het eigenlijk een mini-cruise. en zo benoemd valt de dertig uur varen van Venetië naar het Griekse Patras dus nog wel mee. het is als het leven zelf: zoek en benadruk vooral de positieve kanten, dan kom je nog eens ergens.
hoewel, dertig uur op een schip vol hangende, rokende, zich vervelende en allerhande vreemde talen sprekende medemensen en hun blèrende kleine kinderen is niet helemaal mijn ding. en als je niet oplet zijn al die comfortabele fauteuils in de airconditioned ruimtes ook al bezet gebied verklaard voor de gehele overtocht. door die zelfde hangende, rokende, zich vervelende en allerhande vreemde talen sprekende medemensen en vooral en met name door hun minderjarige blèrende kinderen (ik begin analoog aan ex-kollega J zowaar een blèrende-kinder-allergie op te bouwen).
enfin, we lopen straks nog een rondje op het schip, bekijken eens een dek of wat hoger, gaan later vanavond een uurtje buiten zitten met de wind door de haren, staren wat naar een verre kust, speuren de spiegelgladde zee af naar mogelijke dolfijnen, wachten tot de zon aan stuurboord in de Adriatiese Zee zakt, het komt kortom uiteindelijk allemaal wel goed.
en hee, over zevenentwintig uur zijn we er al...