maandag 16 januari 2006

truuk met 't draadje

telefoonhoorn
het omzeilen van god en gebod is van alle tijden. zo ben ook ik niet vrij van zonden. telefoonfraude werd het later genoemd, maar dat was het natuurlijk niet. telefoneren naar een buitenland was loeiduur. schandalig duur. misdadig duur. voor drie gulden vijftig per minuut naar New York bellen bijvoorbeeld heette daluurgoedkoop. dus als iemand een truukje had bedacht waarmee je om niet (kent u die uitdrukking?) kon telefoneren naar een buitenland, zag je dat eerder als een kreatieve vorm van proletaries winkelen.
het kon alleen in draaischijftelefooncellen. met een kwartje en een stukje ijzerdraad. de krux was dat het stukje ijzerdraad een verbinding maakte tussen het microfoongedeelte van de telefoonhoorn en de flexibele met metaaldraad omwonden kabel die de hoorn met het toestel verbond. aldus geprepareerd gooide je het kwartje in het toestel, draaide het gewenste verwegnummer, sprak een uurtje met verre vriend of vriendin en aan het eind van het gesprek kreeg je netjes je kwartje weer terug.
de truuk werkte niet bij alle draaitelefooncellen, zodat er bij de wel werkende cellen (bekend uit het viaviacircuit) vaak lange rijen bellustigen ontstonden. uitgelaten lange rijen geduldige bellustigen. waarmee je ervaringen uitwisselde. en proletariese telefoonceladressen.
tot er her en der eens iemand werd betrapt door de politie. en PTT-monteurs alle draaitelefoons in elke individuele telefooncel in Nederland technies hadden bewerkt en de truuk met het draadje het niet meer dee.
maar dat was pas vele vele belminuten later. al heetten die toen nog niet zo.

Geen opmerkingen: