blow maar up
hoe lang is het nou geleden?, vroeg ik temerig, op zoek naar meer tranen.
het was alsof ik een kraan opendraaide: dat ie zichzelf nog met Kabelbaanbroer zag staan in de kabelbaan in de serre van het Oude Huis, van de serrebalustrade naar de serredakrand, in de open lucht, het instrumentenpaneel vastgeschroefd maar altijd beschikbaar voor de fijne motoriek der kinderhanden, op en neer, heen en weer, hij de uitkijker en zijn broer de wandelaar, met uitzicht op de bloeiende prunus in het voorjaar en de verlichtte ijskrabbelbaan in de winter, dio mio man, waarom toch moet alles altijd anders, waarom.
ze waren uit elkaar gegroeid, in het Nieuwe Huis. waren elkaar uit het oog verloren toen de kabelbaan werkeloos werd afgedankt en partner A Kabelbaanbroer adopteerde. omdat zoon J en dochter L er te oud voor waren geworden. omdat zoon J en dochter L andere speeltjes hadden gevonden.
hoe lang is het nou geleden?, zoomde ik nog wat in.
negen jaar, zei Kabelbaanman zachtjes, al weer negen jaar....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten