"zeg", zegt de vrouw wier dochter bevriend is met een vage vriendin van dochter L, "zeg, heeft jouw zoon J eigenlijk al een nieuwe vriendin?"
ik grinnik schaapachtig, terwijl ik mezelf afvraag of ik de vriendinsituatie van zoon J ooit met de vrouw heb besproken, zo goed ken ik de vrouw immers niet.
"weet je", gaat de vrouw onverstoorbaar verder, "ik hoor die meiden wel eens met elkaar praten en nu hoorde ik laatst dat jouw zoon J erg in de smaak valt bij de één, waarop de ander wist dat ie al lang een vriendin heeft, wat door de één direkt werd gekorrigeerd, omdat zij op haar beurt weer zeker wist dat dat al weer een tijdje uit is. dus wat denk je, maakt ze een kans?"
ik zucht en ik kijk de vrouw nog eens goed aan: het is gewoon een ouwe koppelaarster. haar dochter of die vage vriendin moet met mijn zoon? op zich begrijpelijk, zoon J heeft zijn charme en zijn atleties voorkomen niet van een vreemd, maar wat wil ze dat ik nu zeg? dat dat meisje maar eens op de thee moet komen? dat we een ontmoeting kunnen arrangeren?
"hij heeft een vriendin", brom ik en ik draai me om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten