ter verdediging kan ik nog aanvoeren dat het koud was gisteravond, en donker, en dat ik met twee zojuist gebakken overheerlijk originele houtoven pizza's met gorgonzola en ansjovis in de hand snel snel op weg was naar huis.
maar ik had 'm al zien tegemoet komen, zag dat hij duidelijk van plan was mij aan te spreken en in die splitsecond besloot ik 'm te negeren. dus toen ik hem iets hoorde zeggen van "mompel mompel dakloos" deed ik net of ik 'm niet hoorde, nee erger: dee ik net of ie niet bestond. ik liep hem gewoon straal voorbij, weet niet eens hoe ie er uit zag, of ie jong of oud was, haveloos of korrekt gekleed. en terwijl ik met die geurende pizza's en die oogkleppen op snel doorliep hoorde ik 'm sorry zeggen, zei hij "sorry hoor, meneer", waar ik me onmenselijk misdroeg. en weer kon ik het niet opbrengen om me alsnog naar hem om te draaien en 'm op z'n minst één pizza in z'n handen te drukken.
schaam, schaam, schaam.