na tien jaar vakantiezwerven met het Volkscampertje belandden we vorig jaar op de plek waar we ooit met zoon J en dochter L lange hete zomers doorbrachten, in de heuvels van de franse Drôme, maksimaal vijfentwintig kampeerplaatsen, zwembad, uitzicht rondom, table d'hôte, nix te doen, licht lucht en ruimte. we zuchtten 's wat, ontspanden en besloten er een volgende vakantie vijf weken te gaan staan. als basiskamp. zetten we daar de grote tent neer en gaan we met het Volkscampertje dan weer een paar dagen naar links, dan weer een paar dagen naar rechts. maar steeds weer terug naar die tent in het basiskamp.
zeiden we vorig jaar. en leefden we er een heel jaar opgewekt naar toe. goed idee van ons, zei ik soms. briljant idee, echoode partner A dan terug. om weer verder te kneuteren over boeken lezen, in de verten staren en een dagtaak hebben aan het bedenken wat we uit het dorp verderop nodig hebben.
tot vandaag. twee weken voor vertrek. grijpt het me daar toch plotseling bij de keel. krijg ik het er toch plotseling benauwd van. verlang ik toch plotseling hevig naar het om de twee drie dagen verder trekken.
gottogottogotnogantoe, hoe moet dat nu?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten