vrijdag 27 februari 2009

zij of ik


voor een goed openhaardvuur zijn dennenappels eigenlijk onontbeerlijk. een of twee dennenappels erbij en een dood vuur vlamt weer op, met dennenappels leeft een open haard pas echt.
nu wil ik vanwege het ultieme terug-naar-de-natuur-gevoel best wel met een plestik zak het bos in gaan om die dennenappels zelf te verzamelen, maar waar ik niet goed tegen kan, is dat er dan onder al die dennebomen geen dennenappel meer ligt en ik dus een beetje zielig met een lege plestik tas door het bos zwerf. alleen omdat een stel wilde zwijnen me voor is geweest. wat ik als voormalig jonge woudloper natuurlijk weet omdat de grond onder de dennebomen is omgewoeld.
dus nou wou ik de plaatselijke toeristenclub toch maar voorstellen om die beesten wat aktiever af te schieten, zodat een fatsoenlijke vakantieganger als ikzelf weer zonder al te veel moeite z'n dennenappels voor de open haard kan rapen.
het is hard, ik weet het, maar zo is de natuur nu eenmaal: eten of gegeten worden, zij of ik.

maandag 23 februari 2009

c'est pas votre jour


vers uit de supermarkt bemerken we dat we het brood voor de lunch zijn vergeten. maakt niet uit, we komen toch nog langs het lekkere bakkertje. kunnen we zo'n lekker stokbrood met maanzaad kopen, lekkerbekken we. maar het lekkere bakkertje is dicht op maandag, zegt een bordje op de deur. en het minder lekkere bakkertje in het dorp verderop ook. en die in het daaropvolgende dorp ook. maar daar is wel een strand. en een terras. dus schuiven we aan het enige vrije tafeltje in de zon. gereserveerd, zegt de gehaaste ober. ach wat, even verderop gaan net mensen weg, dan maar wat minder in de zon. die plat du jour dan maar? fini, meldt de ober terwijl hij de kruimels van de tafel veegt, de plat du jour is op. eigenlijk wel goed, dat scheelt weer fritten, blijven we optimisties, geeft u ons dan, eens even kijken, de salade au foie de volaille. lekker, lekker, schurken we ons in ons streepje zon. nou, mooi niet, komt die ober weer, ook de foie de volaille is fini. en "c'est pas votre jour" voegt ie er aan toe. pas mon jour? vandaag is pas mon jour? ha! de zon, het strand, een terras, een koel glas rosé bij de lunch en het est pas mon jour? nee, obertje, dit is wel degelijk onze dag, deze dag kan hoe dan ook niet meer stuk.

zondag 22 februari 2009

op weg naar het licht


ik heb er genoeg van. genoeg van de depressief makende grijze deken die naar mijn idee al maanden boven Nederland hangt.
ik ga op zoek naar het licht.
om me aan te laven.
desnoods rij ik het witte Smartje via de verbouwboerderij (foto) van kollega G in de Bresse naar het mimosa-appartement van kollega B aan de Côte d'Azur. om daar aangekomen te bemerken dat de echt blauwe lucht en het hele heldere licht nog een end uit de kust begint. maar we hebben het voor het grijpen, morgen is het hier, ik voel het aan mijn water.

vrijdag 20 februari 2009

achtervolging


"en dan ga ik jullie nu laten zien waar hij geboren en getogen is, gewoond en gewerkt heeft én gestorven is", zegt de vader van de kinderen, terwijl het leergierige meisje zijn hand stevig vasthoudt en het jongere broertje er zorgeloos achteraan huppelt.
daar gaat mijn doelloze lunchwandeling, bedenk ik, want tegen zo veel belangstelling opwekkende feiten kan ik geen weerstand bieden. ik volg ze dus door de Damstraat, me afvragend welk beroemde man in Amsterdam van begin tot eind en alles daartussenin in hetzelfde huis heeft gewoond, terwijl dat huis er nu nog steeds staat en ook nog eens in de buurt van de Dam, want daar zijn we inmiddels aangekomen, de vader, de kinderen en ik.
dan stappen ze zonder dat ik er op voorbereid ben een apotheek binnen, zo'n apotheek waar je vanwege de buurt eerst moet aanbellen tegen de junks. en de hele apotheek staat vol met mensen, stampvol. en ik denk aan de man die zijn hele leven etcetera en ik wacht en ik wacht en het duurt en het duurt en het schiet niet op en ik moet plassen en ik sta daar natuurlijk best wel een beetje verdacht te staan, zo tegenover die winkel op de hoek van een willekeurige straat.
ik laat ze dus achter, in het besef dat ik nooit zal weten welke dooie Amsterdammer in welk oud Amsterdams huis, tenzij iemand hier natuurlijk, dan hoor ik dat alsnog graag.

maandag 16 februari 2009

swingen na de dood


ach, het leven gaat natuurlijk gewoon door en die kaartjes hadden we per slot van rekening maanden geleden al gekocht. hoe dan ook stonden we luttele uren na de dood van hond Z in een afgeladen grote zaal van Paradiso vanwege een dampend konsert door Seasick Steve. die natuurlijk uitgerekend die vrijdagavond uitgebreid verhaalde over zijn hond waarmee hij jarenlang had rondgezworven. en dat ie pas nadat de hond was overleden had begrepen wat een goede kameraad en vriend het beest altijd voor 'm was geweest. om daarna op zijn driesnaargitaar uit te barsten in de Dog House Blues.
dus zet die speakers open en start het filmpje!

vrijdag 13 februari 2009

een hondenleven (slot)


het werd dus vrijdag.
de dertiende.
een uurtje geleden om precies te zijn.
met de dierenarts aan huis.
Zowie de franse kersthond, de luisterhond, de konijnenjaaghond, de hockeyhond, de alles begrijpende hond, de bang-voor-grote-zwarte-honden hond, de alsmaar verharende hond, de gatengravende hond, de van-de-kant-af-pardoes-het-water-in-springende hond, de ideale Volkscamperhond, de nooit-een-vlieg-kwaad-gedaan-hebbende hond, de blotevoetlikkende hond, de hallo-het-is-weer-zaterdag-dus-wanneer-gaan-we-naar-de-slager hond.
net at ze nog een stukje worst,
nu ligt ze onder de berk.
weet iemand waar Zowie is?
in de tuin...

donderdag 12 februari 2009

verdwenen drop?


er is geen katjesdrop meer te krijgen!
en ook geen salmiakdrop, van die kleine, platte, ruitvormige minidropjes, waarvan je zomaar een handje naar binnen gooide om ze met een gelukzalig licht misselijkmakend gevoel te vermalen. allemaal ooit gewoon verkrijgbaar in zakjes van Venco, die waren het lekkerst. nu alleen nog in een verzamelzak zoete drop van de AH, althans de katjesdrop, althans iets wat er op lijkt. de salmiak is in het chemies genummerde felgekleurde en vooral zure moderne snoepgeweld ten onder gegaan. lijkt het.
net als de snoepwinkels trouwens, de échte snoepwinkels, die met wel dertig bakken verschillende soorten losse drop en met druivensuiker aan een blok, allemaal verdwenen, die snoepwinkels. ja, op de zaterdagse markt zie je nog wel eens zo'n kraam. en dan is er Jamin natuurlijk, maar die is onbeschoft duur. nee, het houdt allemaal niet over, dropsgewijs.

zaterdag 7 februari 2009

hee! ik ben d'r ook nog!

blow up!
"want jullie kunnen dan met heel je zelf ingebeelde en sowieso van voorbijgaande aard zijnde zieligheid wel denken dat je het alleenrecht hebt op troostende woorden, ik ben toevallig wel de enige met een al gegraven grafkuil in de tuin, dus mag ik even horen voor wie er nou echt ach en wee moet klinken? juist, dat dacht ik ook.
dus als ik nu even de aandacht mag: ik denk zo langzamerhand zelf dat het wel genoeg is geweest zo. want als viervoeter op twee en een halve pootkracht schaatsend en glijdend, struikelend en stuntelend door het leven gaan is niet echt mijn idee van een lekker hondenleven. daar kan een half uurtje blijheid in bos of weiland niet meer tegenop. ach weet je, m'n kop wil nog wel, maar die rotpoten willen niet meer. 'n klassiek drama is het, precies wat de dierenarts zegt. nee, ik zeg het je, het is mooi geweest, laat mij nou maar eens lekker inslapen. zullen we zeggen dinsdag over een week? kunnen jullie nog even wennen aan het idee."

woensdag 4 februari 2009

samen ziek zijn


de laatste keer dat ik gelijk op met partner A echt ziek was, dat moet ...eh... nou, gezien dat rijbewijs toch al gauw in 1974 zijn geweest. in Baja California, Mexico, beiden getroffen door een slepende buikloop door het eten van foute vistaco's, voor lijk liggend achterin een Volkswagenbusje, opgepikt door drie (toen nog) wildvreemde Amerikanen, die ons uit naastenliefde mee namen naar hun studentenwoning in Colorado.
nu draagt dat samen ziek zijn naar mijn idee niet bij tot een waardevolle verdieping van de relatie. achteraf wel, achteraf is alles verdieping, achteraf schijnt ook altijd de zon, maar op het moment zelf, nee. 
neem nou afgelopen maandag, zie me in mijn diepste ellende, badjas aan, onder het dekbed en ik heb het koud, ik ril over mijn hele lijf, ik klappertand van de koorts, zonder dat ik het kan tegenhouden. krijg ik een zorgzaam nat washandje van partner A? een koele meelevende hand op mijn voorhoofd? een welgemeend "is het zo erg dan?". nee, niets van dat al, een geërgerd "hou daar onmiddellijk mee op" kon ik krijgen van de andere kant van het matras. 
grappig ja, achteraf, heel leuk ook, maar het knaagt toch aan je.
laat ik het zo zeggen: voor het voortbestaan van een goede relatie is een gemiddelde van twee keer in de vijfendertig jaar gezamenlijk hondsziek zijn het aanbevolen maksimum.

dinsdag 3 februari 2009

voedselvergiftiging?


de afgelopen achtenveertig uur in bed doorgebracht. twee volle dagen en twee volle nachten. en alleen maar de uren afgeteld, de uren die nog restten tot ik weer een allesonderdrukkende paracetamolbom naar binnen mocht werken. waarna ik voor even dankbaar in een peilloze diepte wegzonk. om weer wakker te worden en opnieuw te gaan aftellen, nog vier uur, nog drie, nou een klein pilletje voor tussendoor dan, en ach, een uurtje eerder kan ook geen kwaad.
samen koortsklappertandend in bed, want partner A had 't ook. zelfde symptomen, zelfde moment. waren het de oesters van vrijdag? de makreel met zeewiersalade van zaterdag? het was in ieder geval heftig. en je valt er lekker van af.