zondag 11 mei 2008

merelfamilies


"je moet die vogels niet meer voeren", zeg ik betweterig tegen partner A, "ze vinden hun eigen voer wel, het is geen winter meer." maar partner A gooit eigenwijs en zonder mijn toestemming het vogelhuisje onverdroten vol met buitenvogelskrachtvoer. en verdomd, twee merelfamilies zien het vogelhuisje dan toch als ideale fourageerplek: één alleenstaande merelvrouw met één jong afgewisseld door een kompleet merelgezinnetje met drie blèrende jongen. krijsen, snavel opensperren en doorslikken. krijsen, snavel opensperren en doorslikken. alsmaar door. onverzadigbaar.
sindsdien komen we het huis niet meer uit. staren we gebiologeerd vanuit de terrasstoelen naar het voortdurende voederproces. bewegingsloos, anders schrikken ze en zijn ze weg. tenzij die valse grijze poes van de buren de jachthouding aanneemt. dan springen partner A en ik gelijktijdig met molenwiekende armen op. weg poes, maar ook weg merels. ik overweeg daarom de aanschaf van een jachtgeweer. tegen die rotpoes. en tegen de duiven, die vieze vliegende ratten.

Geen opmerkingen: